Zo snel als de breuk was, zo traag is het herstel.
Kapot snel kapot, heel langzaam heel.
Opnieuw opbouwen vraagt zeeën van tijd.
Iets wat iedereen in huis heeft, maar de meesten liever gebruiken voor eten, werken, liken en andere schijnvervullingen en -veiligheden.
Speciaal voor die mensen is er een oplossing bedacht;
Plakband.
Simpel en super efficient.
Je pakt tussen wijsvinger en duim, rolt, zet even je tanden erin en plakt.
Maar plakband is een quick fix. Een oppervlakkige oplossing die de illusie wekt dat dat genoeg is.
Lijm weet beter. Ze zoekt alle gaten en groeven en vloeit zich ertussen. Stroperig lopend over de scherpe randjes. Blijft daar zitten tot de tijd haar verstevigt en zo twee dingen weer één maakt.
Maar lijm leeft ook haar eigen leven.
Komt nooit als je het wilt en stopt niet met komen als het al lang en breed genoeg is.
Plakt tussen wijsvinger en duim. En tafel. En broek en vloer en haar.
Goed aandrukken en vasthouden tot je het zeker weet.
Zelfs dan blijft lijm onzeker.
Te vroeg en je begint weer van voren af aan.
Te laat en je zit er voor eeuwig aan vast.
Verbinden kan op vele manieren.
Stutten, naaien, geven, solderen,
Smelten, delen, spreken, plakken.
Helen met vloeibaar goud.
Ik lijm met liefde.
Vorige week zat ik met een knipperende cursor op een leeg blad voor m’n neus toen Bowie Redman vroeg iets te schrijven over een random voorwerp in de buurt.
Ik zag lijm staan, deed m’n ogen dicht en startte een freewrite.
Het bracht 2 pagina’s aan woorden voort waarvan ik niet wist dat ze in me leefden.
Zinnen waar ik zelf net zo van sta te kijken.
Ik schoof en selecteerde, wat resulteerde in dit Hartenspinsel.